Het nieuwe seizoen is begonnen!

Met moment dat bij mij de kwekers bij elkaar zitten begint eigenlijk voor mij het seizoen. Dan wordt de aandacht van het konstant selekteren en beoordelen, verlegd naar het eigenlijke praktijk melkerswerk: het moment van koppelen en dan stap voor stap proberen hier met lieve woordjes, daar met harde hand de zaak zo op de rails te krijgen dat het werkbaar wordt. Voor de baas en voor de duiven. Alles moet zijn eigen plaats hebben. En er moet onderling respect zijn bij de koppels onder elkaar.


Het is best een hele organisatie om zo'n groot aantal kweekduiven goed gekoppeld en vast op de bak te krijgen. Dit jaar heb ik een drietal behoorlijk late doffers in gepast. Dat is best wel moeilijk. De vale doffer die ik bij John Engel uit de volière bij zijn ouders koos, was denk ik pas eind juli, begin augustus geboren. Ik had hem nog niet zien koeren. En omdat ik best een hoge hoed op heb van dat doffertje, wilde ik hem koste wat kost plaatsen. Zo zat er ook een eigenwijs rood doffertje van "Het Boerinneke" met de "La Crèche 330" en een vroegrijpe broer van de Etampes winnaar van de NABvP, die al meteen een bak te pakken had. Dat was de gemakkelijkste. Maar daar gaat best het een en ander aan vooraf. Om zulke doffertjes zover te krijgen, ben ik half oktober al begonnen 's-avonds van 5 tot 7 uur het licht te laten branden op het kweekhok. En half november vanaf 4 uur 's-middags. Het voordeel is dat late doffers dan door gaan met ruien en met uitgroeien. Alle drie die late doffertjes moeten nu nog één of twee pennetjes gooien en ze zijn dankzij het doorgroeien letterlijk en figuurlijk wat meer mans geworden.


Vanaf half oktober het licht 's-avonds wat langer laten branden heeft ook een ander voordeel. Het aantal uren zon heeft zo zijn invloed op de seksualiteit. Die wordt minder en minder richting Kerstmis. Bij mens en dier. En voor de wat bejaarde kweekdoffers is dat echt funest. De seksualiteit neemt af. Als ze langere tijd gescheiden moeten doorbrengen zonder de dagelijkse wip, dan komt het gehele voortplantingsgebeuren stil te liggen. En zo gebeurt het dat we moeten concluderen dat oude kweekdoffers niet meer bevruchten. Als dat stamduiven zijn dan doet dat best pijn, want zonder hen voort moeten dat is een heel groot sportief gemis. Door alle jaren met dat extra licht in de weer te zijn in het najaar heb ik "Het Boerke" een laat jong van 1979 tot vorig jaar aan de praat kunnen houden. De eerste twee rondes dat lukte niet zo best. Maar met het voorjaar op komst kwamen er toch weer jongen in de schotel. En wat voor! Twee duivinnetjes heb ik direct op de kweek gezet, want ik geloof niet in de mare dat je niets hebt aan jongen van zulke oude kwekers. Leeftijd heeft beslist geen enkele invloed op de samenstelling van het genenpakket. En het bijgeloof dat zulke jongen niet bruikbaar zouden zijn? Fabeltjes!


In de eerste week van november begin ik ook de kweekduivinnen beneden in de ren wat extra licht te geven van 4 tot 7 uur 's-avonds. In die tijd wordt ook het Mariman Super Dieet deel wat ik door het kweekvoer meng, vervangen door gerst. Anders worden die duivinnen gelijk veel te tierig. Zo bouw ik dat op en ongeveer één, twee weken voor het koppelen blijft het licht op alle kweekafdelingen tot 8 uur 's-avonds branden. Dan zijn ze er klaar voor. Met dat extra uur komt er gelijk leven in de tent. Dat laat ik zo een weekje begaan en dan gaan de bakken van de kweekdoffers op slot. Enkele dagen vóór het koppelen zet ik dan de boel klaar. De broedschotels gevuld met tabakstelen en een flinke hand mot erop tegen het overmatig bevuilen en het butsen van de eerste eieren. Dat wordt dan in het broedhok geplaatst met nog enkele handjes mot op de bodem. Als de doffers dàt zien, dan zijn ze er gelijk goed klaar voor. Met gezang laten de doffers je 's-morgens weten dat ze er klaar voor zijn. Dan is de tijd er rijp voor om te gaan koppelen. Dat was vlak voor de kerstdagen zover. Waarom zo laat? We lezen nogal eens over domme vroege jongen. Duiven bezitten in hun ogen receptoren voor ultra-violet licht, waarvan ik vermoed dat ze die gebruiken om hun navigatiesysteem mee op te zetten. Volgend jaar hebben we een late start van de ultra-violette cyclus van de zon. En in mijn beleving méér kans op domme vroege jongen. Ik heb daar altijd rekening mee gehouden. U gelooft er niet in?? U denkt dat ik u met flauwekul het bos in stuur?? We zullen zien wie er gelijk heeft en ik kom er later zeker op terug.


Dit jaar heb ik er lekker een dagje vrijaf voor genomen om alle onwillige geliefden direct van partner om te kunnen ruilen. Doe je dat bijeen zetten in het donker, dan is soms het leed wat vechten kan veroorzaken niet te overzien. "De Meeuw" uit het superkoppel van Hans & Leo had geen trek in de partner die ik voor hem had voorbestemd. Hij liet haar gelijk alle hoeken en gaten zien. Jammer was dat ik vervolgens, in mijn optiek niet de juiste vervangster had klaar zitten. Op zo'n hele bonte duif tegen wit zijn aan, daar zet ik het liefst eentje op met hele diepe, sterke kleuren. En in dat genre had ik net niets meer op voorraad. Dat vind ik dan jammer. Verder waren alle koppels gauw gevormd, inclusief het ene late doffertje wat al een bak had ingepalmd. Van zijn eigen halfzus was hij gelijk helemaal van de wereld. Als een geroutineerde kweekdoffer zat hij haar al meteen sleepstaartend achteraan. Dat was boffen. Met de twee andere, de vale en de rode, kostte het aanzienlijk meer tijd. "De Late Vos" uit "Het Boerinneke" gaf ik tot twee keer over een halfzus van hem. Beide dames wierpen zich tot grote schrik van hem direct op tot kenau's van de eerste orde. Tot ik hem een duivin gaf, gekweekt uit een neef x nicht kombinatie gericht op "Het Boerke", ook de grootvader van "De Late Vos". Die zat hem gelijk sleepstaartend op de hielen en lokte hem met zoete geluidjes de broedschotel in. Het pleit was toen meteen beslecht. Met "De Vos uit de volière" van John duurde het aanmerkelijk langer. Ik werd er kriegel van iedere middag weer een andere duivin aan hem te moeten voorstellen. Maar ook dat geduld werd uiteindelijk beloond. En dan gaat het erom zulke late doffertjes ook goed bak vast te krijgen. Het beste is het ze een bak te geven niet in de drukte. En om ze 's-avonds open bak te geven en de rest op te sluiten. Dan krijgen ze vanzelf het juiste zelfvertrouwen. Het is allemaal best wat werk, maar uiteindelijk loont het toch steeds weer de moeite!


Als ik alles in gereedheid breng voor het koppelen verspreid ik altijd enkele handjes mot over de bodem van het broedhok. Zo kun je er gemakkelijk een handje voer in strooien zonder dat al het voer meteen onder de mest komt te zitten. Duiven die net gekoppeld zijn leven de eerste dagen van de liefde en dan wordt de mest automatisch dun en groen van kleur. Een beetje mot bindt dat en zo blijft het broedhok toch een beetje hyginisch, droog en de duiven erin gezond. Als de koppels eenmaal goed de weg weten en de voerkist weer de gebruikelijke eettafel is, dan wordt het mot rondom de schotel geveegd. Daar blijft het dan liggen tot de jongen hun eerste keutels mest over de rand heen deponeren. Kiepert er bij u nooit eens een ei of een jonkie over de rand heen?? In een laagje mot komt dat zacht terecht en u kunt het, mits u op tijd bent en het niet vriest dat het kraakt, zonder kleerscheuren weer onder de oudjes terugplaatsen.


Op het kweekhok bij mij op de zolder bovenin het huis wonen heel wat koppels eigenlijk direct op de vloer. Hebben aldus gemakkelijk aanloop van andere doffers die daar niet thuishoren. Moeder lekker in de eigen bak op eieren hebben en vervolgens op de versiertoer gaan. Als buurman het even niet in de gaten heeft, dan bespringen ze buurvrouw die rustig haar eieren zit te verwarmen. En dan is het boem, klatsch en hebt u duiven die onder het eierstruif zitten. Een flinke hand mot op het nest gooien biedt, zoals ik al eerder opmerkte, al de nodige bescherming voor de eerste eitjes. Maar wat veel beter helpt is die afleiding zoekende doffers de sprong op het verkeerde nest bemoeilijken. Voor de onderste broedhokken gebruik ik altijd vrij grote schotels, die ik plaats op eentje van kleiner formaat. Zo komen de broedende duivinnen op ooghoogte van de flikflooiende buurman te zitten. Die kan er niet direct goed bij en heeft, als hij niet goed oppast, meteen een flinke pik in zijn oog te pakken. En nokt gelijk weer af. Zodoende heb ik de laatste jaren meer eieren heel kunnen houden. Een hint ook voor u?? 


Wat ik ook niet genoeg kan benadrukken is dat jonge duiven nooit en te nimmer groeiproblemen mogen hebben. Dat pa of moe een koppel jongen in de schotel heeft liggen die honger hebben. En voor een lege voerbak heen en weer lopen te drentelen, die niet vóór 5 uur weer wordt gevuld omdat de baas dan pas van zijn werk komt. Jongen, al zijn ze uit de beste kweekkoppels die er zijn, die slecht opkomen, daar is geen enkele oorlog mee te winnen. Die zijn geen pijp tabak waard en de meeste zult u opruimen omdat ze òf ziek worden, òf zich minder goed ontwikkelen, òf worden eenvoudigweg verspeeld als ze echt goed aan de bak moeten. Ik werd daarop attent gemaakt in Engeland door Eddy Froggatt een landbouwer van de oude dicht bij de natuur garde uit Staffordshire, maar met een heldere kijk op bepaalde zaken. Ik zag het later terug op de Ponderosa & Greenfield Stud. Wat?? Een voerkist, groot genoeg om er 25 kg in te deponeren, in de vorm van een silo. De duiven kunnen onderin, zij het met wat moeite, bij het voer komen. Moeten opeten wat ze voor de snavel komt en kunnen er niet mee knoeien. Sinds ik ze bij mij op het kweekhok heb staan, ben ik er zeker van dat mijn jongen veel beter opkomen en zich veel beter ontwikkelen. Er ligt geen verknoeid voer meer op de vloer(geen muizen meer) en de besmettingshaard voor ziekten verspreid via het voer was ook teruggedrongen. Geïnteresseerd?? Bij Eijerkamp kunt u er eens een blik op werpen en Cock Wigman van de Firma Fanger & Rutten in Badhoevedorp kan er zo een voor u in elkaar zetten. En dan wordt alles wat eenvoudiger: u zorgt voor voldoende water, piksteen en mineralen(ik geef wat P40 extra bij) en klaar is Kees. Duivensport moet je hier en daar vereenvoudigen om tijd vrij te maken voor andere duivensport. Want.....


Het vliegseizoen staat ook al weer bijna voor de deur! Ik heb de vliegers bijna tot nieuwjaar regelmatig buiten gehad en toen de eerste knallen van de komende jaarwisseling in de lucht te horen waren, bleven de duiven begrijpelijk binnen. De oude doffers werden in het jonge duivenhok gezet en de jonge doffers kunnen zodoende in alle rust een bak kiezen op de weduwnaarsafdeling. De beste jonge doffers heb ik op "het Bovenhok" gezet, waar straks het normale weduwschap beoefend wordt. En de mindere goden kwamen op "het Keukenhok" terecht, wat ik voor dubbelweduwschap heb voorbestemd. De duivinnen ga ik komend weekend met hun onderkomen op de keuken kennis laten maken. Dan moeten er ploegen gevormd worden. Je moet de duiven van haver tot gort leren kennen. Aan de weet komen wat je mogelijk straks te wachten staat. Je niet laten verrassen als het er echt op aan komt. Daar ga ik de komende tijd behoorlijk wat tijd in stoppen. En hoe dat ongeveer in zijn werk gaat, dat zijn hints voor een volgende keer!