Vorige week heb ik de duivinnen met voorbedachte rade kort gehouden. Kwestie van ze naar mijn hand te zetten. Als je meteen begint met duivinnen in de watten te leggen, dan heb je er het hele seizoen last van. Aanlopen. Roepen. Onrust. Eieren leggen. En wat put de doffer die met haar gekoppeld is daar nu voor inspiratie uit? Niets. En dan heb je een storende faktor in je ploeg weduwnaars. Eentje die zich in zijn gedrag gaat onderscheiden van de rest. En de rest reageert daarop en dat geeft nog meer onrust. Onrust binnen en buiten tijdens de training rond het hok. Dat kunnen we absoluut niet gebruiken! Daarom kun je het beste maar direkt beginnen met de duivinnen hard aan te pakken. Krap houden. Je er maar niet aan storen als ze hongersignalen afgeven. Zodra ze weten wat er van ze verlangd wordt, kun je ze hetzelfde behandelen als de doffers. Opvoeren naar het eind van de week. En het laatste toetje vinden ze op het weduwnaarshok, wat de doffers hebben overgelaten. Duivinnen kun je dus goed sturen met de manier van voeren. En deze truuk hadden ze al direkt door, want eenmaal uit de ren gelaten stortten ze zich massaal bij de doffers naar binnen. En dan gaat het erom ze te belonen. Ze tonnetje rond te voeren. Als er niets meer bij kan, dan hebben ze pas de volle aandacht voor hun doffer.


De doffers heb ik voor het inkorven laten merken dat er iets anders aan de hand was. Even in hun bijzijn op het gemak de broedhokken schoon gemaakt en de schotels omgedraaid. Een kleine verandering in de regelmaat. Zo'n kleine verandering aanbrengen, daarmee kun je de zaak soms goed mee op scherp zetten. Dan heb je als trainer meteen de aandacht van je ploeg. En onderwijl ik aan het schoonmaken was, gewoon wat slap lullen tegen de doffers die reageerden op de verandering. Zondag even hetzelfde gedaan. Even op ze in praten. En gelijk de reaktie van het hele spul. Het geeft een lekker gevoel als je ze in de hand hebt. Ze houden je in de gaten en reageren wanneer jij dat wilt. En daar gaat het om!


De trainingen beginnen ook al wat beter te lopen. Ze gaan ook al beter van start, bang dat ze zijn om de aansluiting naar de vertrekkende koppel te moeten missen. En om extra moeite te doen om ze in te halen. Ik denk dat dat bij een lossing ook zo werkt; althans ik hoop er wat bij te winnen. 's-Morgens zijn ze er afgelopen week ook al uitgegaan. Twee trainingen per dag vind ik belangrijk. Wennen aan het ritme en wennen aan het systeem. Je kunt het merken dat de doffers nog niet goed gewend zijn om zo vroeg te trainen. Het nog vale zonlicht nodigt ze er ook niet bepaald voor uit. Ze blijven vlakbij huis kort hun rondjes draaien. Vrijdagmorgen was het mooi weer en toen ik de straat uitliep om mijn auto op te zoeken, waar ik 's-avonds na een vergadering weer eens geen parkeerplek voor had kunnen vinden, kwamen ze over me heen denderen. Ik dacht: die kunnen niet van mij zijn! En met de vaart waarmee ik ze zag jagen, keek ik ze na met de bedoeling ze te volgen naar hun thuishonk. Want dat zou een kwaje klant voor de volgende dag worden. Toen opeens de bonte mengeling van kleuren me opviel schoot het door me heen: verrek dat zijn toch de mijne! Zo horen ze te trainen in de morgen: hard, hoog en door de lucht jagend op niets.... Maar eerst moet je ze wennen aan het premature ochtendlicht. Straks zijn ze er aan gewend. En als het eerder licht is en ze zijn alleen en het eerst in de lucht, dan gaan ze vanzelf!


Duiven lossen is een zaak van grote zorg. Het is geen kunst om ze er gelijk maar voor dag en dauw uit te flikkeren. Zo van hop met die dingen. Als het verkeerd uitpakt kun je ze niet meer uit de lucht plukken en terug in de container stoppen. Dan is het kwaad geschied. Een vluchtleider is de hele week met de volgende vlucht bezig. Proberen het weer goed te volgen. Overal in Europa. Belt over zulke zaken met liefhebbers die in dezelfde zaken geïnteresseerd zijn. Er komen ook steeds meer goede mogelijkheden voor. Het internet biedt via de PC thuis steeds meer mogelijkheden om voor lokaal PTT-tarief het weer waar dan ook via weather-sites te bestuderen. Dan wordt de dag voor de lossing bekeken wie waar duiven gaat lossen en hoe aan de hand van de wind de vluchtlijn er mogelijk van die duiven uitziet. Ervoor zorgen dat konvooien elkaar zo min mogelijk kruisen en vermengen. Zorgen dat het concours vlot verloopt met een korte duur met weinig of geen achterblijvers. Daar gaat het om! Voor het naar bed gaan nog even kijken of er veranderingen op til zijn. En de andere morgen er weer vroeg uit. Buiten kijken naar het weer en de omstandigheden. Binnen op de teletekst van de TV. En op de PC. Bellen met je vertrouwensmensen en met NPO-flightcontrolman Lamers. Bellen met vluchtleiders van andere afdelingen, wanneer die duiven lossen die mogelijk ook over jouw vluchtlijn heen komen. Dan trek je plan met het tijdstip van wanneer er duiven gelost kunnen worden. En dan komt het op de kwaliteit van de convoyeurs ter plekke aan. Wie staan er allemaal klaar om te lossen. De duiven die het verst moeten vliegen gaan het eerst. Soms durft men het niet aan om het eerst te gaan, ook al is men aan de beurt. Dan komt het aan op individuele inzicht van de convoyeur: is hij geïnteresseerd in het weer. Kan hij de vele weertypes onderscheiden. Houdt hij de gedragingen van de duiven goed in de gaten. En als hij niet het eerst hoeft te lossen, let hij ook wel op wat er om hem heen gebeurt. Ook moet hij opletten op overtrekkende koppels. Hij moet zijn ogen dus goed de kost geven, voordat het moment van lossen daar is. En dan is het zover. Dan gaat er één alle wagens van alle afdelingen langs om de volgorde van lossen op te schrijven. Zijn ze het allemaal eens, dan wordt pas weer kontakt opgenomen met de eigen vluchtleider. Die meldt vervolgens de lossingstijden aan Lamers, die u dan kort daarna allemaal op teletekst kunt lezen. Zo gaat dat in grote lijnen wekelijks in goed overleg in zijn werk. En zo ziet u dat er nogal wat gebeurt voordat er überhaupt duiven gelost worden. Het is uitermate belangrijk daar de juiste mensen voor te hebben. En als je ze niet hebt: zoeken. En heb je ze eenmaal gevonden: houdt ze in ere want ze zijn goud waard voor de sport in uw regio!


Zo tussen neus en lip door ben ik ook nog met mijn jonge duiven bezig. Op het moment besteed ik niet meer dan 15 minuten per dag aan ze. Ik haal ze uit de spoetniks vandaan, opdat ze de trainende doffers niet uit hun ritme halen en ik haal ze uit de buitenbak vandaan. Dan wordt er verduisterd en doe ik het licht aan opdat ik in het toch al donkere hok alles goed kan bekijken. Ik pak het "dresseerstokje" en ga ermee alle plekjes en alle duiven af. Zo wennen ze aan de grote bamboestok buiten, ik geef ze allemaal zo even aandacht en kijk gelijk de mest na. Het adeno-coli syndroom is de grote probleemveroorzaker bij jonge duiven. De mest heeft dan verschillende kleurschakeringen, maar de weeïge geur is steeds dezelfde. Ruik eraan! Leer het probleem direkt herkennen en handel er navenant na! Overgegeven voer is de eerste openbaring van het probleem. Dan moet al handelend opgetreden worden en bent u er nog op tijd bij. Als ik alles nagelopen heb, dan wordt het water ververst en krijgen de meest hongerigen in een potje op de grond nog wat na. Mijn vrouw bepaalt de hoeveelheid en de samenstelling van het voer. Dat gebeurt op zicht en gevoel. Ze houdt er niet van als ze buiten blijven zitten en als ze bij de buren op dak gaan zitten. Trainen, landen, roepen, voeren en klaar. Dat doet ze met een kweek-, jonge duiven-, snoepzaad en super-dieëtmengeling. Het houdt het midden tussen groeien, ontwikkelen, kunnen laten trainen en leren luisteren. Nu lanterfanten ze nog. Aan het eind van de week zitten de kleinsten twee weken op dak en gaat de bezem ertussen. Dan begint het vormen van de prestatie gerichte atleten die we ons straks allemaal wensen tijdens de wedvluchten!


Ondanks het belabberde weer in de tweede helft van de week zetten de doffers er goed de gang in als ze eenmaal worden opgevoerd. Ze vertrekken als een speer en ze blijven maar gaan. Meestal ben ik drie kwartier beneden bezig en dan ga ik boven de boel doen. Twee waren er nieuwsgierig even wezen kijken en vertrokken onmiddellijk weer luidruchtig. Het begint er op te lijken. Nu is het wachten op wat hogere temperaturen, dan zal het nog beter gaan. Het belangrijkste bij zulke lage temperaturen is, dat duiven nogal wat extra energie verbranden. En dat moet aangevuld worden. Als toematje een extra pannekoek met kaas, ham en spek kan geen kwaad..... U hoeft niet bang te zijn dat ze er hun eetlust door zullen verliezen! Een extraatje hebben ze nu zeker nodig. Als u ze het niet geeft weerspiegelt zich dat vanzelf in hun trainingsaktiviteiten: die zullen tot het minimum beperkt worden. Draaien een paar rondjes en gaan op een bolletje warm zitten worden op dak tegenover de klep tot ze er weer in mogen. U moet het allemaal wel willen zien natuurlijk, anders houdt alles snel op......


Zo op het eind van de week zie ik dat ze er tegenaan zitten. De eerste doffers die op de automatische piloot aan het trainen waren en ik moest moeite doen om ze naar beneden te krijgen. Van de laatste flinke portie lieten ze veel liggen. De trainingen gingen ook met meer geweld gepaard en de snelheid werd opgevoerd. Alle richtingen van de windroos werden gekozen. Als het zaterdag open weer is met weinig wind moet het gaan gebeuren. "Carel" en "Boet" twee doffers met beide 50% Zuid-Afrikaans bloed in de aderen staan bovenaan de inkorflijst. Baas en duiven zijn er klaar voor en nu maar zien.....


Het juiste vlieggewicht.


Zo heel veel neem ik mijn duiven niet in handen. Op elk hok af en toe een enkele. Het gaat erom ze op het juiste vlieggewicht te checken en in te schatten of dat het zo ook goed is. Dikke duiven moet je extra laten trainen en die op het juiste gewicht zitten, daar moet je soms de trainingsduur van inkorten. Duiven die op het goede gewicht zitten, daar gaat het om. Die zijn gemakkelijk voor te bereiden en te sturen. Dus: oppassen met wanneer wat te voeren, rekening houdend met het weer onderweg en de af te leggen afstand. Moeilijker gaat het met duiven die te zwaar zijn. Die moet je aan het vliegen zien te krijgen en te houden. Die moeten het overtollige zien weg te werken en toch nog goed presteren. Op zulke duiven krijg je moeilijk vorm. Het is aan te raden om eerder met de juiste training en voeding te beginnen, dan staan ze er beter voor als de vluchten eenmaal een aanvang nemen!


Trainen ze goed genoeg?


De eerste weken moet u uw doffers aan het vliegen zien te krijgen en dat zo zien te houden. Zorg ervoor dat ze thuis geen andere duiven in spoetnikken of door het glas heen kunnen zien. Ze gaan onherroepelijk dáár op zoek naar hun duivin en doffers die dat eenmaal doen, daar heeft u 9 op 10 niets meer aan. Zoeken mogen ze wel, maar op hun eigen hok. Met de ramen open zodat ze er gelijk weer uitkunnen. Als ze weten dat er niets van hun gading te vinden is, dan zoeken ze hun gading wel elders en dat uit zich in de trainingsduur. Rommel ook niet overmatig veel met tonen van duivinnen of truukjes waar het om een duivin draait. U verschiet kruit voor later en uw doffers zitten op dak te wachten totdat het weer eens zover is en vliegen geen meter meer in het rond. Nu in die eerste weken moet het vanzelf gaan. Nog geen kunstgrepen toepassen!


De tweede klokvlucht.


Nu moeten ze het spelletje door hebben! Op één enkele andere handeling reageren als één man. Als je je hand uitsteekt om de schotel om te draaien moeten ze er gelijk in jumpen. Datzelfde geldt voor de duivinnen. Ze moeten de veren op de rug van hun doffer tot een warboel maken. Dan zit het spul op de rit! Dan is het wachten op duiven van 160km bij mooi weer en niet al teveel wind het grootste genot van een duivenliefhebber!


Ik koos dezelfde voorbereiding als de week ervoor en dit vanwege identieke omstandigheden. De zaterdag zou een schitterende dag worden, maar helaas hadden donkere wolken de overhand. Strombeek 160km werd een zaak voor routiniers want bij mijn 1e 10 aankomsten zaten 9 oude doffers. De enigste jaarling scoorde vorige week ook al top en gezien zijn lijst als jong belooft het een echte te worden, want hij had al 2 eersten in groot verband kunnen hebben dit jaar, als.... U raadt het al... Ook nu moest er een feestje worden gebouwd door 4 doffers die gelijk toekwamen en dan ben je geklopt. Ik schat ze nu in op 3-4-5 tegen weer 5000 duiven en de laatste vierde iets langer feest: plm 10e. Kloktijden: 59(3x)-0-2-3-4(2x)-5-6(3x)-7-8(5x)-9-10(3x)-11(3x)-12(3x) en plm 32 van de 42 erin. Vorige week: 4985d:12-14-16-20-21-49-50-82-86-108-110 etc.